Doorstroomtoets

Ziekte, alternatieven en aanvullende ondersteuning

Alle kinderen in groep 8 moeten de doorstroomtoets maken, maar soms kunnen omstandigheden zoals ziekte of leerproblemen de afname moeilijker maken. In dit artikel bespreken we wat er gedaan kan worden bij ziekte, de beschikbare alternatieven en extra ondersteuning voor kinderen met speciale behoeften. Ook gaan we in op de inhaalperiode, aangepaste toetsen en situaties waarin kinderen geen toets hoeven te maken.

Wat te doen bij ziekte tijdens de doorstroomtoets?

Als je kind ziek is tijdens de doorstroomtoets, is er een mogelijkheid om een inhaaltoets te maken. Dit is ook mogelijk als je kind één van de dagen ziek is geweest. Dit kan binnen 3 weken na de afname van de doorstroomtoets. Voor het schooljaar 2024/2025 betekent het dat de inhaalperiode voor de doorstroomtoets loopt tot uiterlijk 7 maart.

De school plant een inhaalmoment in. Kinderen krijgen dan een vergelijkbare toets met andere vragen. Dit geeft kinderen die ziek zijn geweest de kans om de toets op een later moment af te leggen, zodat ze een eerlijke kans krijgen om de doorstroomtoets zo goed mogelijk te maken.

Als het niet lukt om de doorstroomtoets binnen de inhaalperiode te maken, dan hoeft je kind de toets niet te maken. Je kind stroomt dan op basis van het voorlopig schooladvies door naar de middelbare school.
 

ziekte_alternatieven_en_aanvullende_ondersteuning.png

 

Beschikbare alternatieven en extra ondersteuning

Voor kinderen met leerproblemen (zoals dyslexie, doof- of slechthorendheid of blindheid) of andere speciale behoeften zijn er verschillende vormen van extra ondersteuning beschikbaar om ervoor te zorgen dat zij de doorstroomtoets onder optimale omstandigheden kunnen maken.

Extra ondersteuning tijdens de doorstroomtoets

Aangepaste toetsen zijn beschikbaar voor kinderen met bijvoorbeeld visuele beperkingen of dyslexie. De aanpassingen kunnen per doorstroomtoets verschillen, enkele voorbeelden zijn:

  • Versie met grote letters: Voor slechtziende kinderen is er een versie met grote letters beschikbaar, zodat zij de vragen beter kunnen lezen.
  • Audio-ondersteuning: Voor dyslectische kinderen kan een versie met audio-ondersteuning beschikbaar zijn, waarbij de vragen en teksten worden voorgelezen.

Wanneer hoeft een kind geen doorstroomtoets te maken?

In sommige gevallen is het niet nodig dat een kind de doorstroomtoets maakt. Dit is het geval voor:

  • Kinderen die groep 8 overslaan: Als een kind een klas overslaat, hoeft hij of zij de doorstroomtoets niet te maken. Zij mogen de toets al in groep 7 maken, maar dit is niet verplicht.
  • Laag IQ: Kinderen met een IQ lager dan 75.
  • Voortgezet speciaal onderwijs: Kinderen die na groep 8 naar het voorgezet speciaal onderwijs gaan, binnen de uitstroomprofielen arbeidsmarkt en dagbesteding, mogen de doorstroomtoets overslaan.
  • Onvoldoende beheersing van het Nederlands: Kinderen die vier jaar of minder in Nederland zijn en het Nederlands nog niet voldoende beheersen.

Als je kind geen doorstroomtoets maakt, is het schooladvies leidend voor de verdere schoolloopbaan van je kind.

Doorstroomtoets bij zittenblijvers (doubleren)

Doet je kind groep 8 over, dan moet de doorstroomtoets twee keer gemaakt worden. Je kind maakt de toets dan in beide jaren. De uitslag van de laatste doorstroomtoets is dan leidend voor het schooladvies.