Doorstroomtoets

Wat zijn referentieniveaus (1F, 1S en 2F)?

Als ouder wil je natuurlijk weten hoe je kind gescoord heeft op de doorstroomtoets. Behalve het schooladvies, vind je op de uitslag ook referentieniveaus. Deze niveaus heten 1F, 2F en 1S. Het staat in de wet dat alle aanbieders van de doorstroomtoets de referentieniveaus moeten meten. De referentieniveaus laten zien wat je kind beheerst op het gebied van Nederlandse taal en rekenen. 

1F is het niveau voor taal en rekenen dat bijna alle kinderen aan het einde van de basisschool zouden moeten beheersen. Daarnaast streeft de overheid ernaar dat veel kinderen een hoger niveau halen: het streefniveau. Voor taal is dat het 2F-niveau en voor rekenen is dat het 1S-niveau.

Maar wat houden deze referentieniveaus precies in? En waarom zijn deze zo belangrijk? Dat lees je in dit artikel.

Wat zijn referentieniveaus? Doorstroomtoets oefenen met Junior Einstein

Rekenen: 1F en 1S

1F (Fundamenteel niveau):

Dit is het basisniveau dat je kind aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Op dit niveau leert je kind de belangrijkste rekenvaardigheden, zoals:

  • Uit het hoofd optellen en aftrekken tot en met 100
  • Uit het hoofd vermenigvuldigen en delen tot en met de tafel van 10
  • Rekenen met eenvoudige breuken en procenten

Deze vaardigheden zijn nodig in het dagelijkse leven, zoals het berekenen van wisselgeld bij een aankoop in de winkel of het kunnen aflezen en begrijpen van tijd wanneer je tijdsgebonden afspraken maakt.

1S (Streefniveau):

Dit is een hoger niveau, bedoeld voor kinderen die doorstromen naar voornamelijk de havo of het vwo. Hier leert je kind onder andere: 

  • Moeilijkere sommen oplossen (35400 + 3500 en 56700 - 2400)
  • Complexere breuken en procenten gebruiken
  • Rekenen met negatieve getallen en haakjes

Dit niveau helpt je kind voor te bereiden op verdere studies en ingewikkeldere wiskunde.

Taal: 1F en 2F

1F (Fundamenteel niveau):

Dit is het basisniveau voor taal dat je kind aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Op dit niveau leert je kind bijvoorbeeld:

  • Eenvoudige teksten lezen en begrijpen
  • Basisregels van grammatica en spelling
  • Korte berichten schrijven met eenvoudige informatie

Dit helpt je kind om goed te communiceren in dagelijkse situaties.

2F (Vervolg niveau):

Dit is een hoger niveau, bedoeld voor kinderen die doorstromen naar voornamelijk de havo of het vwo. Hier leert je kind onder andere:

  • Complexere teksten lezen en begrijpen
  • Het schrijven van verslagen en formele brieven met een duidelijke opbouw
  • Moeilijkere grammatica en spelling toepassen (bijvoorbeeld de dt-regel)

Dit niveau is belangrijk voor een eventuele verdere studie en professionele communicatie.

Waarom zijn de referentieniveaus belangrijk?

Stap voor stap Leren:
De niveaus helpen je kind om stap voor stap om zijn vaardigheiden voor rekenen en taal verder te ontwikkelen. Eerst leren ze de basis (1F) en daarna werken ze aan complexere vaardigheden (2F voor taal en 1S voor rekenen).

Voorbereiding op de toekomst:
Het 1F-niveau legt de basis die je kind nodig heeft in het dagelijks leven. 2F en 1S zorgen ervoor dat je kind klaar is voor de meer complexere taken en verdere studie.

Gericht onderwijs:
De verschillende niveaus zorgen ervoor dat het onderwijs goed aansluit bij wat je kind op dat moment nodig heeft. Dit helpt om hun vaardigheden effectief te ontwikkelen.