De doorstroomtoets is een belangrijke toets voor kinderen in groep 8. Een verplicht onderdeel van deze toets is het onderdeel Taal dat bestaat uit Lezen en Taalverzorging. In dit artikel gaan we dieper in op het onderdeel Lezen, ook wel begrijpend lezen doorstroomtoets genoemd. Het onderdeel Lezen in de doorstroomtoets test verschillende aspecten van de leesvaardigheid van je kind. Van techniek en woordenschat tot begrijpen, interpreteren, samenvatten en opzoeken. De toets zorgt ervoor dat kinderen hun vaardigheden in diverse leescontexten kunnen laten zien. In dit artikel bespreken we wat er precies wordt getoetst in het onderdeel Lezen.
Bij het onderdeel lezen worden de technische leesvaardigheid en de woordenschat van de kinderen getest. Dit houdt in dat kinderen moeten laten zien dat ze vlot en nauwkeurig kunnen lezen en dat ze een brede woordenschat hebben. Dit onderdeel focust zich vooral op het kunnen herleiden van een betekenis van een woord uit de tekst.
Lees: Het oude, … verzwolgen (r. 14 en 15)
Wat betekent in deze zin: verzwolgen?
A. Aangevallen door een monster.
B. Bedekt met een laag mos.
C. Onder water verdwenen.
D. Verlaten door de kasteelheer.
Een groot deel van het leesonderdeel richt zich op begrijpend lezen. Dit betekent dat je kind teksten moet kunnen begrijpen, interpreteren en de informatie erin moet kunnen verwerken. Hierbij gaat het er bijvoorbeeld om, dat je kind relaties kan leggen binnen of tussen één of meerdere tekst, betekenissen kan achterhalen of instructies juist kan uitvoeren
Welke overeenkomst zit er tussen tekst 1 en 2?
In beide teksten lees je ...
A. Hoe bomen en planten zich door vogels konden verspreiden in de natuur.
B. Hoe dieren uit verschillende landen voedsel uit de natuur haalden.
C. Hoe iets onbedoeld in een andere omgeving kon komen en zich snel verspreidde.
D. Hoe virussen in Australië en Nederland ervoor zorgden dat dieren uitstierven.
Het kunnen samenvatten van een tekst is een belangrijke vaardigheid die ook wordt getoetst tijdens de Doorstroomtoets. Kinderen moeten de kernpunten van een tekst kunnen identificeren en in hun eigen woorden kunnen weergeven. Er wordt niet gevraagd aan de kinderen om zelf een samenvatting te maken, maar er zal vooral getoetst worden of ze hoofdgedachten uit een tekst kunnen halen, de juiste samenvatting kunnen kiezen of dat ze de tekststructuur van een tekst kunnen herkennen.
Lees de tekst over Rembrandt.
Wat is een passende nieuwe titel voor deze tekst?
A. Het leven van Rembrandt
B. De beste schilder van de wereld
C. De nachtwacht
D. Hoe word je een schilder?
Een ander aspect van het leesonderdeel is het opzoekend lezen. Dit houdt in dat je kind specifieke informatie moet kunnen vinden in een tekst. Dit geldt voor zowel opzoeken op papier als digitaal. Kinderen kunnen bijvoorbeeld gevraagd worden om de juiste trefwoorden of de juiste knop te kiezen op een website.
Tussen welke twee woorden in het woordenboek vind je dit woord?
'variant'
A. tussen 'vanuit' en 'vanzelf'
B. tussen 'variété' en 'vaseline'
C. tussen 'varia' en 'varken'
D. tussen 'varaan' en 'varen'