Uitslag doorstroomtoets en het schooladvies

Het kiezen van de juiste middelbare school voor je kind is een belangrijke stap in zijn of haar onderwijsloopbaan. Het middelbare schoolniveau van je kind wordt bepaald door het schooladvies, dat leerlingen in groep 8 krijgen. Dit advies bestaat uit het advies van de leerkracht van je kind en de uitslag van de doorstroomtoets. In dit artikel leggen we uit hoe het (voorlopige) schooladvies tot stand komt, wat de invloed is van de doorstroomtoets en wat er gebeurt als de toetsuitslag hoger of lager is dan het oorspronkelijke advies.
 

Alle kinderen in groep 8 krijgen rond januari een voorlopig schooladvies. Dit advies wordt gegeven door de leerkracht en de school, en is gebaseerd op de prestaties van je kind in voorgaande jaren, de werkhouding en andere relevante factoren. Het voorlopige schooladvies geeft een indicatie van het niveau van middelbaar onderwijs dat het beste bij je kind past. De verschillende niveaus zijn:

• Praktijkonderwijs
• Vmbo-bbl (basisberoepsgerichte leerweg)
• Vmbo-kbl (kaderberoepsgerichte leerweg)
• Vmbo-gl (gemengde leerweg)
• Vmbo-tl (theoretische leerweg)
• Havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs)
• Vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs)

In de periode van eind januari tot half februari maken kinderen uit groep 8 de doorstroomtoets. Deze toets meet vaardigheden op het gebied van taal en rekenen. De uitslag van de doorstroomtoets bestaat uit een toetsadvies. Dit toetsadvies kan overeenkomen met, hoger of lager zijn dan het voorlopige schooladvies van de leerkracht. Is het toetsadvies hetzelfde als het voorlopige schooladvies dan wordt dit het definitieve schooladvies van je kind.

Als de uitslag van de doorstroomtoets een hoger advies geeft dan het voorlopige schooladvies, moet de school dit hogere advies overnemen. Dit betekent dat je kind de kans krijgt om naar een hoger niveau op de middelbare school te gaan. Scholen kunnen echter in overleg met ouders en kind besluiten om af te wijken van dit advies als hier gegronde redenen voor zijn.

Als het toetsadvies van de doorstroomtoets lager uitvalt dan het voorlopige schooladvies, blijft het oorspronkelijke schooladvies van de leerkracht staan. Dit is om te voorkomen dat een eenmalige toets de kansen van je kind onterecht beperkt. Het advies van de leerkracht, gebaseerd op langdurige observaties en prestaties, blijft dan leidend.

Als je het niet eens bent met het schooladvies, heb je de mogelijkheid om in gesprek te gaan met de leerkracht en de schoolleiding. Tijdens dit gesprek kan je jouw bezwaren en zorgen uiten en kan de school haar redenen voor het gegeven advies toelichten. In sommige gevallen kan dit leiden tot een heroverweging van het advies, maar dit is niet gegarandeerd.

Het voorlopige schooladvies en het toetsadvies van de doorstroomtoets spelen samen een belangrijke rol in de schoolkeuze voor groep 8 kinderen. Als het toetsadvies hoger is, wordt dit overgenomen, maar als het lager is, blijft het oorspronkelijke schooladvies gelden. Ouders die het niet eens zijn met het advies hebben de mogelijkheid om dit met de school te bespreken.