Doorstroomtoets
Filters

Groep

Vak

Type

Welk plaatje hoort bij het woord?
Het kind kan vlot vermenigvuldigen en delen onder ongeveer 10.000 met ronde getallen
Bijvoorbeeld: 6 x 7 = 42, dan is 600 x 7 = 4200; 36 : 9 = 4, dan is 3600 : 90 = 40.
Schrijf de samenstelling op [3]
Het kind begrijpt dat een breuk een deel van een geheel kan weergeven.
Bijvoorbeeld: 1/5 pizza is een punt van een pizza die in vijf gelijke punten verdeeld is.
Schrijf de samenstelling op [2]
Het kind begrijpt wat een kwart betekent, zowel een kwart van een geheel als een
Bijvoorbeeld: Kun je een kwart van de pizza afsnijden? Een kwart van een klas van 20 kinderen is ziek. Hoeveel kinderen zijn er ziek?
Schrijf de samenstelling op [1]
Het kind kan in betekenisvolle contexten eenvoudige verhoudingen verwoorden.
Bijvoorbeeld: Voor een dubbele hoeveelheid soep heb je ook twee keer zoveel water nodig)
Krijgt het woord een tussen-s? [2]
Het kind herkent situaties of afbeeldingen waarin de verhoudingen niet kloppen.
Bijvoorbeeld bij wanverhouding: op de tekening is het hoofd te groot vergeleken met de rest van het lijf.