Terug

Welk werkwoord staat in de tegenwoordige tijd (tt)? [1]

Welk werkwoord staat in de tegenwoordige tijd (tt)? [1]

 
  1. Het meisje presteerde het om te winnen.
  2. Marja heeft zich niet bewogen.
  3. De ambtenaar signaleert een tekort in het budget van de afdeling.
  4. De leidster vergat dat er nog een kind op het toilet zat.
In welke zin staat het dikgedrukte werkwoord in de tegenwoordige tijd?
A B C D